Steeds grotere rol voor bodemleven bij toekomstbestendige akkerbouw

Steeds grotere rol voor bodemleven bij toekomstbestendige akkerbouw

Dr. ir. Jacqueline Baar ontwikkelt toekomstbestendige teeltstrategieën voor onder meer de akkerbouw. Uitgangspunt was géén (bio) of zo min mogelijk (gangbaar) gebruik van minerale stikstof. Inmiddels blijken zonder minerale bemesting goede opbrengsten haalbaar te zijn.

De goede opbrengsten zonder minerale bemesting blijken mogelijk door stimulering van het bodemleven met onder meer bacteriën en mycorrhizaschimmels. Deze schimmels gaan niet samen met minerale bemesting in de vorm van drijfmest of kunstmest. In een proef met gangbare aardappelteelt nabij Zevenbergen met vier herhalingen per behandeling leverde bemesting met zuivere chitine en twee soorten stikstof bacteriën hogere opbrengsten op dan met kunstmeststoffen. De opbrengstverhoging varieerde van circa 5 tot 15 procent. Ook bij een proef met biologische teelt van zonnehoed lag de wortelopbrengst hoger. Baar: „Chitine is het op één na meest voorkomende biopolymeer op aarde. Het bevordert de wortelgroei en mycorrhizaschimmels. Daarnaast verhoogt chitine de bodemomstandigheden, waardoor ziekteverwekkende schimmels en schadelijke aaltjes minder kans krijgen. Op basis van wetenschappelijk onderzoek mogen we chitine aanmerken als een natuurlijk product.”

Zuivere chitine

Het bedrijf van Baar, Soil Best BV in Wageningen, ontwikkelde voor de akkerbouw verschillende producten voor stimulering van het bodemleven met een variatie aan symbiotische bodemschimmels en bacteriën. Het vloeibare product BioMyPro-NemC op basis van zuivere (bewerkte) chitine −die is opgelost in natuurlijke zuren− is volgens Baar uniek, omdat het in tegenstelling tot andere chitineproducten geen chemische toevoegingen bevat. Daarnaast kan het als vloeibaar middel gespoten worden, wat een voordeel is tijdens de toenemende periodes van droogte. Chitineproducten mét toevoegingen zijn volgens Baar verkrijgbaar als chitosan hydrochloride. Baar: „Aan deze producten is hydrochloride toegevoegd. Deze samenstelling met chloride maakt dat het product gemakkelijk verspuitbaar is. Maar door de toevoeging is het feitelijk een chemisch product. De werking is ook anders, en vaak minder dan zuivere chitine, omdat het chloride bevat. Sowieso vind ik het vreemd dat dit product met chloride is geregistreerd als basisstof.”

Bacteriën

De betreffende bacteriën in de proef zijn Azotobacter en Azospirillum, twee van de in totaal drie bacteriën die tot nu toe door de EU zijn goedgekeurd als biostimulant. Het product BioMyPro-Blad van Soil Best bevat ook uitsluitend deze bacteriën, dus zonder toevoegingen. Baar: „Azotobacter bindt de stikstof uit de lucht. Azospirillum maakt vervolgens de stikstof goed opneembaar voor de plant.” Baar benadrukt dat het belangrijk is om beide producten niet tegelijk toe te passen: “Het is essentieel dat telers eerst een bespuiting met BioMyPro-NemC uitvoeren, en op een ander moment de bespuiting met BioMyPo-Blad. Samen spuiten gaat niet, omdat er dan klontering in de BioMyPro-NemC op kan treden. In het algemeen adviseert Baar met klem alleen EU-goedgekeurde biostimulanten te gebruiken. „Er zijn voorbeelden van telers bekend die met niet-goedgekeurde producten juist ziekteverwekkende schimmels en bacteriën op hun percelen kregen.”

Kwaliteit van schimmels

Baar raadt ook aan schimmels in de bodem met analyses te kwalificeren: „Het doel is niet zo veel mogelijk schimmels in de bodem, het gaat om zo veel mogelijk van de juiste schimmels in de bodem. Zo zijn er naast de stikstof-bevorderende mycorrhizaschimmels ook saprofytische schimmels, die de vertering van gewasresten bevorderen. Aaltjesvangende schimmels leven van nematoden in de bodem. Toepassing van deze laatste schimmels leidt tot minder plantpathogene en vrijlevende aaltjes, en helpen bij het herstel van de bodembalans.”

Proef met biologische teelt

De proef met biologische teelt van zonnehoed is uitgevoerd op een perceel in Overijssel. Aangezien het biologische teelt betreft, kon niet er niet met kunstmest worden bemest. Baar: „Deze proef omvatte in totaal vier behandelingen: onbehandeld, mycorrhizaschimmels, BioMyPro-NemC en mycorrhizaschimmels en twee keer BioMyPro-NemC. De mycorrhizaschimmels zijn toegediend bij zaaien. De BioMyPro-NemC is gespoten kort na zaaien, en na circa 4 weken nogmaals. In alle behandelingen werd de wortelgroei bevorderd. De wortels worden geoogst voor de productie. Er was dus meer opbrengst. Twee keer BioMyPro-NemC had ook dit effect, en was het meeste kosteneffectief.” Dit artikel kwam tot stand naar aanleiding van het webinar van dr. ir. Jacqueline Baar vandaag tijdens Biokennisweek 2023. Baar promoveerde in de bodembiologie aan de Wageningen Universiteit en heeft 35 jaar ervaring in duurzaam bodemgebruik en toepassing van mycorrhizaschimmels. Tekst: José de Jong